De viool valt onder een snaarinstrument, tevens strijkinstrument. Door het strijken met de strijkstok op de snaren kan geluid worden voortgebracht. Er zitten vier snaren op een viool namelijk: G, D, A en E. De strijkstok is gemaakt van tropisch hardhout.
Violen kunnen van veel verschillende soorten hout worden gemaakt. Tussen 1520 en 1550 zijn de eerste violen ontstaan in het Noorden van Italië uit verschillende andere strijkinstrumenten, zoals de ribee en de lira da braccio. De bovenkant van de viool (of het bovenblad) is gemaakt van epicea (een soort grenenhout), de achterkant en zijkanten van de viool bestaan uit esdoorn en de toets (waar je je vingers op doet) is van ebbenhout.
De viool is een mooi instrument dat wel wat oefening vraagt om het goed onder de knie te krijgen. Wat geduld en doorzettingsvermogen komen dan ook van pas als je het wilt leren spelen. Met zijn prachtige klank valt de viool meteen op. Iedereen kan leren om dit instrument onder de knie te krijgen.